Militaria Wiki
Advertisement
Atlantis
Atlantis

Type

Hulpkruiser

Land van herkomst

Duitsland
Bouwfirma Bremer Vulkan
Ontwerp
Productie (kiel / te water / in dienst) 1937 / 1939 / 1939
Gebruiker(s) Kriegsmarine
Specificatie

Afmetingen (lengte/breedte/diepgang) 155 m / 18,7 m / 8,7 m
Bepantsering
Bewapening 6x 150-mm kanons, 1x 75-mm kanon, 2x dubbele 37-mm luchtdoelkanons, 2x dubbele 20-mm kanons, 4x 533-mm torpedobuizen, 92 mijnen,
Vliegtuigen 2x Heinkel He 114C
Voortstuwing 2x 6-cilinder dieselmotoren van 5700 kW (7600 pk)
Waterverplaatsing 7862 ton
Snelheid/Bereik 17,5 knp / 60.000 zeemijlen
Bemanning 347

Einde

Tot zinken gebracht door HMS Devonshire op 22 november 1941

De strooptocht van de HK Atlantis begon eind maart 1940 en duurde achttien maanden lang, ondanks intensieve pogingen van de Britse marine om het schip te stoppen. De Atlantis bracht tal van Britse koopvaarders in de Atlantische en Indische Oceaan tot zinken voordat zij naar haar basis terugkeerde.

Schepen van de Hansa Line te Bremen waren zeer geschikt om tot kaper te worden omgebouwd. Ze waren robuust, hadden een tussendek en een zuinige dieselmachine. De Kandelfels van deze firma werden omgebouwd tot de beroemd geworden Pinguin en de Goldenfels ging de oorlog in als de Atlantis, de meest succevolle Duitse kaper. Als hoofdbatterij dienden zes stuks 150-mm geschut dat nog afkomstig was van schepen van de Keizerlijke marine. Twee daarvan werden naast de lange opbouw voor geplaatst, vermond als deklading. Nog eens twee werden samen met vier torpedobuizen midscheeps op het tussendek geplaatst. Deze vuurden door openingen die meestal afgesloten waren door zware scharnierende kleppen onder de verspringende bovenbouw. De twee laatste waren midden op het achterdek geplaatst, de ene zichtbaar op het dekhuis en de ander verscholen achter een luik. Onzichtbaar achter de kluisgaten was een 75-mm kanon verborgen en verder beschikte het vaartuig over verschillende 20- en 30-mm mitrailleurs. Het grote luik nr.2 werd omgebouwd zodat twee Heinkel He 114C watervliegtuigen in het ruim konden worden opgeslagen. De Heinkels vertoonden veel mankementen.

Drie van de vier laadbomen werden afneembaar gemaakt. Zo kon het profiel van het schip gewijzigd worden. Ook werd het schip voorzien van een nep-schoorsteen. Door zijn omvang was dit niet zinvol. De scheepsdiesels waren betrouwbaarder dan stoommachines bij lange perioden buitengaats.

Ook de accommodatie aan boord en de proviandering moesten goed gepland worden. Ten eerste was de eigen bemanning ongeveer zesmaal zo groot als in vredestijd. Verder was de duur van de reizen vooraf niet bekend en waarschijnlijk zouden af en toe grote aantallen krijgsgevangenen ondergebracht moeten worden.

Het tot Atlantis (of, officieel: Hilfskreuzer HSK2) herdoopte vrachtschip stond onder commando van kapitein Bernharde Rogge. Tijdens een van de strengste winters sinds mensenheugenis begon het schip in maart 1940 tussen ijsschotsen aan proefvaarten samen met de Orion en de Widder. In samenwerking met de Komet, de Pinguin en de Thor vormden deze schepen de zogenaamde 'eerste golf' van kapers. Samen met reguliere oorlogsschepen moesten zij een gecoördineerde slachting aanrichten onder geallieerde schepen.

Op 31 maart 1940 vertrok de Atlantis vermond als Sovjet-vrachtschip naar de wateren ten noorden van IJsland, om via Straat Denemarken naar de Atlantische Oceaan te varen. Het schip kreeg orders om op de route Freetown-Kaap zijn aanwezigheid te doen gelden en daarmee geallieerde schepen weg te trekken van het noordelijk strijdtoneel. De Duitse invasie in Noorwegen was net begonnen. Op 2 mei kwam de Atlantis voor het eerst een Brits schip tegen, de City of Exeter met zowel vracht als passagiers aan boord. Rogge koos ervoor om dat schip te laten gaan, daar veel krijgsgevangenen aan boord zouden hinderen bij verdere acties. De Britten roken toch onraad en gaven de aanwezigheid van de Atlantis door.

Een dag later onderschepte de Atlantis de 6200 ton metende Scientist, geladen met voedsel en chroom. Die ging er vandoor, maar met enige salvo's dwong Rogge het schip de vlucht te staken. Nadat de bemanning in de boten was gegaan, torpedeerde de Atlantis de Scientist.

Daarna voer de Atlantis naar Kaap de Goede Hoop en legde daar mijnen bij de vuurtoren van Algulhas, waar een belangrijke scheepsvaartroute langs de kust loopt. Er verstreken vijf weken en toen ontdekte de Atlantis het nieuwe en snelle vrachtschip Tiranna. Honderdvijftig schoten waren nodig om dit schip tot bijdraaien te dwingen. De Tiranna kon nog op eigen kracht varen en werd met een Duitse bemanning en met de krijgsgevangenen naar het inmiddels bezette Frankrijk gestuurd.

De Atlantis wist tweeëntwintig schepen met een opgeteld tonnage van 145.700 ton tot zinken te brengen of te kapen tijdens een tocht van 185.000 km.Elk schip, maar ook de lading en de bemanning was een kostbaar verlies voor de geallieerden. Op 23 november 1941 bevoorraadde de Atlantis twee U-boten voor de kust van West-Afrika, toen de HMS Devonshire ten tonele verscheen. Deze kruiser wist de Atlantis met kanonvuur op afstand tot zinken te brengen. De bemanning werd door U-boten opgepikt.

Links[]

Atlantis

Advertisement