| Avia B.534 | |
|---|---|
| Type | Jachtvliegtuig |
| Land van herkomst | Tsjechoslowakije |
| Bouwfirma | Avia |
| Ontwerp | František Novotný |
| Productie (eerste vlucht / In gebruik / in dienst) | 1933 / 1935 / 1935-1939 |
| Gebruiker(s) | |
| Specificatie: B.534 IV | |
|
| |
| Afmetingen (lengte / spanwijdte / hoogte / vleugeloppervlak) | 8,20 m. / 9,40 m. / 3,10 m. / 23,56 m². |
| Gewicht (leeg / max. startgewicht) | 1460 kg. / 1980 kg. |
| Motor(en) | 1x Hispano-Suiza 12Ydrs V-12 vloeistofgekoelde zuigermotor van 634 kW (850 pk). |
| Prestaties (snelheid / plafond / bereik) | 405 km/u. / 10.600 m. / 580 km. |
| Bewapening | 4x 7.92-mm Mk 30 ZB vz. 30 machinegeweren en 6 bommen van 10 kg. |
| Bemanning | 1 |
| Gebouwd | 568 |
| Gebruik (Landen) | Tsjechoslowakije, Bulgarije, Kroatië, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Roemenië, Slovakije, Sovjet-Unie. |
Bij het verschijnen van vliegtuigen van de Avia B.534 Serie werd dit type jachtvliegtuig algemeen gezien als het beste ontwerp dat ooit gebouwd was. Het ontwerpteam werd geleid door ingenieur Frantisek Novotny. Alle B.534 toestellen hadden een traditionele constructie. De romp was opgebouwd uit een vakwerk van buizen bespennen met draad, en de vleugels bestonden hoofdzakelijk uit stalen profielen. Het geheel was bespannen met linnen, behalve de voorkant van de romp die met metaal bekleed was. De B.534 had een forse watergekoelde motor met een radiator tussen de poten van het landingsgestel die de nodige luchtweerstand veroorzaakte. Maar het toestel was verder klein, was daardoor wendbaar en had goede prestaties. Bovendien was het beter bewapend dan de meeste jachtvliegtuigen uit die tijd.
De stamvader van deze familie vliegtuigen was de Avia B.34 uit 1932. Dit model werd in kleine aantallen gebouwd. In 1934 schakelde de productie over naar de B.534-I, die op veel punten verbeterd was en vier kanonnen had, twee in de zijkanten van de romp en twee onder de ondervleugel. (Men testte ook een motorisch aangedreven kanon, maar het laadmechanisme voor de granaten veroorzaakte problemen). Nadat bijna 200 exemplaren van de varianten B.534-I, B.534-II en B.534-III waren gebouwd, schakelde de productie in 1935 opnieuw over, nu naar de B.534-IV. Deze had een schuifdak op de cockpit. Het laatste lid van de familie dat in productie werd genomen was de Bk.534, met schuifdak, een Hispano-Suiza 12Ycrs motor met metalen propeller en een 20-mm Oerlikon kanon dat door de propellernaaf vuurde. Daarnaast was het toestel bewapend met twee mitrailleurs. Bij inzet in de winter kon het toestel voorzien worden van twee gestroomlijnde ski's. In 1938 waren nog 450 B.534 en Bk.534 jachtvliegtuigen in dienst. Veel exemplaren namen deel aan de gevechten tegen Hongarije in maart/april 1939. De vijandelijke Fiat CR.32 Freccia bleken wendbaarder te zijn. De Slowaakse luchtmacht vocht toen aan de zijde van de Luftwaffe en gebruikte veel B.534's.
In 1936 vloog één exemplaar van de Avia B.634. Dit werd algemeen beschouwd als de strakste en mooiste tweedekker ooit gebouwd.
Varianten[]
- B-534/1: Eerste prototype.
- B-534/2: Tweede prototype.
- B-534-I: Eerste productieversie. (cn's 2 – 101)
- B-534-II: (cn's 102 – 147)
- B-534-III: (cn's 148 – 173)
- B-534-IV: Uitgerust met een gesloten cockpit (cn's 174 – 445)
- Bk-534: Versie uitgerust met een kanon