Militaria Wiki
Advertisement
King Edward VII klasse
800px-HMS King Edward VII LOC ggbain 17323
Type Pre-Dreadnought.
Land van herkomst Groot-Brittannië
Bouwfirma Chatham Dockyard, Devonport Dockyard, John Brown & Co, Fairfield Shipbuilding and Engineering Compagny, Portsmouth Dockyard, Vickers.
Ontwerp
Productie (kiel / te water / in dienst) 1902-1904 / 1903-1905 / 1905-1921
Gebruiker(s)
Specificatie

Afmetingen (lengte/breedte/diepgang) 138,23 m. / 23,80 m. / 7,80 m.
Bepantsering Waterlijn: 229-192 mm, Dwarse waterdichte schotten: 305-203 mm, Dekken: 51 en 64 mm, Geschutskoepels: 305 mm / Batterij: 178 mm.
Bewapening 2x dubbele 12-inch (305-mm), 4x 9,2-inch (234-mm), 10x 6-inch (152-mm), 14x 3-pdr kanons en vier 18-inch (457-mm) torpedobuizen.
Vliegtuigen geen
Voortstuwing 2 sets triple-expansie stoommachines van 13.420 kW (18.000 as-pk), 2 schroefassen.
Waterverplaatsing 16.350 ton standaard / 17.100 ton volbeladen.
Snelheid/Bereik 18,5 knp (34,3 km/u).
Bemanning
Einde zie tekst

De schepen uit de King Edward VII klasse waren de eerste Britse slagschepen van de 20e eeuw. Tegelijk waren het de laatste uit een lange lijn van slagschepen (beginnend met de 'Royal Sovereigns' die door Sir William White waren ontworpen. Het basisontwerp, dat altijd goed had voldaan aan de wensen van de Royal Navy, was nu echter verouderd en moest nodig aangepast worden. De 'King Edward VII's' waren bijna zeven meter langer dan de voorafgaande Duncan klasse. De mogelijke voordelen die dit op zee zou kunnen leveren, werden echter tenietgedaan door het verminderde vrijboord.

Er was veel aandacht besteed aan de wendbaarheid, maar de schepen bleken erg moeilijk te besturen; het roerbeslag sleet snel. Vanwege het feit dat de schepen zo moeilijk op koers gehouden konden worden, kregen ze de officieuze bijnaam 'Wobbly Eight'. Koning Edward zelf was niet erg ingenomen met deze naam. Bij de tewaterlating van het naamschip had hij laten weten dat dit schip altijd een vlaggenschip zou moeten zijn. De laatste drie schepen uit de klasse werden gebouwd nadat de plannen voor de sterk verbeterde Lord Nelson klasse (1908) al gereed waren. Bij hun voltooiing waren ze eigenlijk al verouderd. De schepen, die tussen 1903 en 1905 te water werden gelaten, waren HMS Africa, HMS Brittannia, HMS Commonwealth, HMS Dominion, HMS Hibernia, HMS Hindustan, HMS King Edward VII en HMS New Zeeland.

De innovatie van de klasse school in de gemengde bewapening. In die tijd bereikte de pantserkruiser zijn laatste stadium in zijn ontwikkeling en zijn hoofdbatterij van 7,5-inch werd vervangen door het nieuwe 9,2-inch type. Dit laatste was een uitstekend kanon, dat prima in staat was om de gemiddelde waterlijnbepantsering van slagschepen te doorboren over een afstand die destijds als normaal werd beschouwd voor zeeslagen. De schepen uit de King Edward VII klasse hadden elk vier enkelvoudige wapens. Deze werden echter vanwege een onsamenhangende manier van denken aangevuld met de gebruikelijke tien 6-inch kanons.

Er werden dus niet voldoende zware kanons geïnstalleerd en de wapens van kleiner kaliber werden dicht op elkaar in een box geperst. Deze bevond zich achter de zijbepantsering, en de kanons waren gescheiden door slechts een dun splinterscherm. De bepantsering - aangepast vanwege de herindeling van de tweede en derde batterij - raakte nog verder achterhaald door de komst van het APC-projectiel. Deze pantserdoorborende granaat had een zachte neus die voorkwam dat hij uiteenspatte wanneer hij op gecementeerd pantserplaat stuitte.

De New Zealand werd later omgedoopt tot Zealandia om de oorspronkelijke naam te kunnen hergebruiken voor een slagkruiser. De Brittannia en de King Edward VII gingen beide tijdens de Eerste Wereldoorlog verloren. De King Edward VII liep in januari 1916 op een mijn. De Brittannia werd in november 1918 voor de kust van Gibraltar vernietigd door de Duitse onderzeeër U 50.

Tijdens Wereldoorlog I[]

  • HMS Africa: Voor en tijdens de oorlog deed ze dienst bij het 3e Battle Squadron (1912-1916), ze deed dienst in de Middellandse Zee tijdens de Eerste Balkan Oorlog (1912-1913), in 1914 deed ze dienst bij de Home Fleet en de Channel Fleet (1914) en later terug bij de Grand Fleet (1914-1916). Daarna deed ze dienst in de Atlantische zee (1917-1918), om na de oorlog in reserve gehouden te worden, in 1920 werd ze gesloopt.
  • HMS Brittannia: Net als de Africa deed ze voor en tijdens de oorlog dienst bij het 3e Battle Squadron (1912-1916), ze deed dienst in de Middellandse Zee tijdens de Eerste Balkan Oorlog (1912-1913), in 1914 deed ze dienst bij de Home Fleet en de Channel Fleet (1914) en later terug bij de Grand Fleet (1914-1916). Daarna diende ze in de Adriatische Zee (1916-1917) en de Atlantische Zee (1917-1918). Ze werd nabij Cape Trafalgar getorpedeerd door de U50 op 9 november 1918 en was zo het laatste Britse oorlogsschip dat verloren ging tijdens WOI.
  • HMS Commonwealth: Ze maakte ook deel uit van het 3e Battle Squadron, daarna bij het Nore Command (1916-1917) en in 1918 bij de Northern Patrol (Schotland en Noordzee) , later werd ze gebruikt als geschuttrainingsschip (1918-1921) en daarna in 1921 verkocht als schroot.
  • HMS Dominion: Ze had dezelfde levensloop als de Commonwealth, na de oorlog deed ze dienst als tweede rangsschip en daarna in 1921 verkocht als schroot.
  • HMS Hibernia: Ze maakte ook deel uit van het 3e Battle Squadron en daarna bij het Nore Command (1916-1917). Ze werd ingezet bij de Dardanellen en na 1917 tot het einde van de oorlog was ze in reserve, ze werd verkocht als schroot in 1921.
  • HMS Hindustan: Ze had dezelfde levensloop als de andere schepen en werd in 1921 verkocht als schroot.
  • HMS King Edward VII: Ze maakte ook deel uit van het 3e Battle Squadron, in 1916 liep ze op een mijn nabij Cape Wrath, negen uur later kapzeisde ze en zonk zonder verliezen.
  • HMS New Zealand: Ze maakte ook deel uit van het 3e Battle Squadron en daarna bij het Nore Command (1916-1917). Ze werd ingezet bij de Dardanellen en na 1917 tot het einde van de oorlog was ze in reserve, ze werd verkocht als schroot in 1921.
Advertisement