De Elefant was een van de missers van de Duitse Panzerjägers-ontwerpers, want buiten zijn 88-mm kanon was er weinig goeds aan dit gevechtsvoertuig.
Toen de tank die later de naam Tiger kreeg zich nog in de planningsfase bevond, streden twee fabrikanten, Henschel en Porsche, om het productiecontract. Het model van Porsche had de voorkeur, maar vanwege technische complicaties met de motor werd voor de PzKpfw Tiger van Henschel gekozen.
Vroege ontwikkeling
Tegen de tijd dat het Henschel-ontwerp in productie was genomen, werden ook de rompen en motoren van Porsche geproduceerd. Derhalve werd besloten om het Porsche-ontwerp als zware tankdestroyer te bouwen met een 88-mm Pak 43/2 antitankkanon. Het kanon werd geïnstalleerd op een grote, gepantserde bovenbouw met beperkte draaimogelijkheid. Er werden negentig van deze Panzerjäger Tiger (P) exemplaren gebouwd, die later bekend stonden als Ferdinand of Elefant. De aanduiding (P) verwees naar Porsche. De Elefanten werden begin 1943 met grote haast door de Nibelungwerke gebouwd. Die haast kwam voort uit het feit dat Hitler ze wilde gebruiken aan het Oostfront bij Koersk. Vanwege productievertraging en het trainen van de panzertroepen moest dit offensief echter worden uitgesteld tot 5 juli 1943.
Slechte start
Toen de tanks gevechtsgereed waren, was het Rode Leger voorbereid. De verdediging van de vesting bij Koersk was enorm; door de vertraging had het Rode Leger zijn verdediging kunnen verbeteren. Toen de Duitsers uiteindelijk aanvielen, haalden hun pogingen weinig uit. De strijd bij Koersk was een vreselijke vuurdoop voor de Elefanten. Ze waren verdeeld over twee bataljons (Abteilungen) van Panzerregiment 654, en zelfs nog voordat ze in actie kwamen, waren er al problemen. De Elefanten waren zo snel afgebouwd dat de kinderziektes nog niet opgelost waren en veel voertuigen weigerden dienst zodra ze gestart werden. Degene die wel de Russische linie bereikten, zaten al snel in de problemen. Ze hadden dan wel het krachtigste antitankkanon uit die tijd, maar het ontbrak ze aan iedere vorm van secundaire bewapening voor de zelfverdediging. Russische infanteristen plaatsten overal bommen die hun rupsbanden opbliezen of anderszins uitschakelden. De bemanning van de Elefant kon zichzelf niet verdedigen. Wie de kans had, vluchtte of verliet het voertuig.
Een aantal Elefanten overleefden de Slag bij Koersk en werden met machinegeweren uitgerust, maar de Elefant zou zijn slechte start nooit meer te boven komen. De weinig overgebleven exemplaren werden elders ingezet, onder meer in Italië. Maar ook daar maakten hun onbetrouwbaarheid en het tekort aan reserveonderdelen ze nutteloos.
Verandering in Elefant
Na de acties in 1943 werden de 48 van de vijftig overgebleven Ferdinands herbouwd en (om onduidelijke redenen) op 1 mei 1944 omgedoopt tot Elefant. De twee andere werden in oktober omgebouwd tot bergingstank. Van de Bergertiger(P) zijn er dus vijf gebouwd. De voornaamste wijzigingen waren voor de Elefant:
- Er werd nu standaard aan de voorkant een MG 34 machinegeweer gemonteerd.
- Het pantser werd van voren nog dikker dan het al was om de pantserplaten hechter te verbinden; daardoor en door andere kleine wijzigingen werd het gewicht verhoogd naar 70 ton.
- Er werd een commandokoepeltje aangebracht.
- Om het toegenomen gewicht te kunnen dragen werden de rupsbanden verbreed.
- Het voertuig werd gedeeltelijk bedekt met een laag antimagnetische pasta, het zogeheten Zimmerit, zodat de vijand geen magnetische mijnen of kleefbommen meer kon plaatsen.
Varianten
- Ferdinand: Productiemodel waarvan 91 exemplaren werden gebouwd.
- Elefant: Aangepaste Ferdinand versie met Zimmerit, een commandant torentje en een MG34 in de neus. 48 exemplaren (Ferdinand exemplaren).
- Bergetiger(P): Een munitiedrager. Slechts drie stuks gebouwd.
- Räumpanzer Tiger(P) Rammtiger: Een experimentele tank om obstakels te doorbreken. Slechts één exemplaar gebouwd.
Links
In musea
Slechts twee voertuigen overleefden de oorlog:
- Een Ferdinand werd buitgemaakt door de Russen nabij Koersk en is nu te zien in het Kubinka Tank Museum
- Een Elefant werd buitgemaakt door de Amerikanen nabij Anzio (Italië) en is nu te zien in het United States Army Ordnance Museum
| Specificatie: | Panzerjäger Tiger Elefant |
|---|---|
| Type: | Tankdestroyer. |
| Bouwfirma: | Porsche AG. |
| Ontwerper: | Ferdinand Porsche. |
| In productie: | Maart-mei 1943. |
| Afmetingen: | Lengte: 8,1 m ; Breedte: 3,4 m ; Hoogte: 2,9 m. |
| Gewicht: | 65 ton. |
| Motor(en): | 2x Maybach HL 120 TRM V-12 benzinemotoren van elk 395 kW (530 pk) en een Porsche/Schuckert benzine-elektrische aandrijving. |
| Prestaties: | Max. snelheid: 20 km/u ; Bereik op de weg: 153 km. |
| Bewapening: | 1x 88-mm Pak 43/2 L/71 kanon. |
| Verticale hoek: | 40°. |
| Verticaal obstakel: | 80 cm. |
| Overschrijdendvermogen: | 2,7 m. |
| Doorwaaddiepte: | 1 m. |
| Bemanning: | 6. |
| Gebruiker(s): | Duitsland. |